Samoëns: aan de voet van het Grand Massif met Flaine

Flaine 006Het is woensdag. Dat betekent marktdag in Samoëns. Onder het afdak van de eeuwenoude markthal verkopen de boeren hun lokale producten. Honing, gedroogd vlees en natuurlijk ontbreken de kazen Reblochon en Tomme de Savoie ook niet. Iets verderop staat het troetelkind van Samoëns: de grote lindeboom, waarvan gezegd wordt dat hij in 1435 is geplant. Nog steeds komen de dorpelingen bij belangrijke gebeurtenissen rond deze boom samen. De boom kijkt uit op de Onze Lieve Vrouwe kerk uit 1555 en op huizen, waarvan de meeste dateren uit de 18e en het begin van de 19e eeuw. Ook de wereldwijd gevraagde steenhouwers van Samoëns hebben het een en ander nagelaten. De typische grijze kalksteen van de streek leende zich daar goed voor. Er zijn nu nog maar twee steenhouwers actief in het dorp, maar in de 18e eeuw beheersten 90 procent van de mannen dit ambacht. Terwijl ik bij een stalletje een stukje Tomme de Savoie proef, passeren langlaufers met hun ski’s op hun schouder. Zij zijn op weg naar het langlaufgebied van de Giffre vallei. Langs het riviertje liggen 43 km loipes, die ook geschikt zijn voor de schaatsende langlaufers.

Grand Massif 8
Samoëns 1600 Club Med

Grand Massif 10De skiërs en snowboarders hebben deze morgen de gondel in het dorp al genomen naar de pistes van het Grand Massif. Met 265 km aaneengesloten pistes een top 10 skidomein in Frankrijk. Na 3 skiliften sta je 45 minuten later midden in het skigebied van Flaine, maar zover hoef je niet te gaan om mooie afdalingen te maken. Het skigebied van Samoëns, Morillon en Les Carroz tellen ook geweldige pistes (tot 2118 meter) die bijna allemaal omzoomd zijn door dennenbomen. De pistes van Flaine (tot 2480 meter) liggen meestal boven de boomgrens met als beloning fantastische vergezichten. Wie voor het Grand Massif kiest, staat dus voor de vraag: leg ik mijn hoofd te rusten op een kussen in het op 1600 meter kunstmatig gecreëerde dorp Flaine of kies ik voor het sfeervolle dorp Samoëns op 671 meter met in de achtertuin het gigantische skigebied. Met de wagen is Samoëns goed bereikbaar. De kans dat je onderweg sneeuwkettingen moet omleggen is minimaal, omdat er van echte bergen onderweg geen sprake is. Er is ook nog een derde mogelijkheid: Samoëns 1600, de eerste gondelstop op weg naar Flaine. Lange tijd een rustige bergplek met enkele ski-in ski-out accommodaties en wat eenvoudige pistes om te leren skiën. Verder was daar weinig vertier. Daar is met de komst van Club Med, eind 2017, grote verandering in gekomen. Het luxe clubdorp met 4 Drietanden en 420 kamers is met bijzonder veel respect voor de omgeving neergezet. Geen enorm gebouw, maar meer ‘een architecturale heuvelrug’ die, op een speelse wijze, de berglijn volgt. Het aantal skileraren van Samoëns is meteen gestegen van 80 naar 130.

GM 1

Botanische tuin

Grand Massif 9Voor het diner flaneer ik wat door Samoëns. Voor een groot hek staat een groepje te luisteren naar een gids. Zo leer ik dat achter het hek een bijzondere botanische tuin is die met 800 instellingen wereldwijd zaden uitwisselt. De tuin, aangelegd in 1906, blijkt een initiatief te zijn geweest van de beroemdste inwoner van Samoëns: Marie-Louise Cognacq Jaÿ. Zij heeft haar fortuin verdiend met La Samaritaine in Parijs, het eerste warenhuis van Frankrijk. Met haar tuin zette Marie-Louise Samoëns op de toeristische kaart. Na de botanische liefhebbers volgden al snel de bergwandelaars en later de wintersporters. In het kleine centrum tel ik zo’n 9 bars. Ik kies op goed geluk de Apero’Space uit. Een café met een verwarmd terras. En voor de innerlijke warmte zorgt een vin chaud.

Skiën met Picasso

pic 1
Flaine is het verhaal van Eric en Sylvie Boissonnas. Hij heeft tijdens een skitour in 1959 de wintersport mogelijkheden van het toen nog maagdelijk witte berglandschap ontdekt en zij had, dankzij het familie(olie)kapitaal, de sleutel in handen om hun droom te realiseren. Ongetwijfeld speelde commerciële motieven een belangrijke rol, maar het creëren van Flaine werd van het begin af aan ook beschouwd als een cultureel project. Zij namen de indertijd bekende Bauhaus architect Marcel Breuer in de arm om hun doel te verwezenlijken. Om de pistes uit te tekenen deden ze een beroep op de voormalige Franse topskiër Emile Allais. In 1991 werd het Flaine Hotel (1968) in Frankrijk officieel geklasseerd als historisch monument. Met als bijkomend effect dat ook de gebouwen in de onmiddellijke omgeving onaangetast moeten blijven. Het is de stijl van de jaren zestig uit de vorige eeuw: strak, rechthoekig en beton. Alle vensters zijn op het zuiden gericht, terwijl de meeste pistes van het skigebied van Flaine zelf op de noordelijk en oostelijk gelegen hellingen liggen – wat de beste piste kwaliteit garandeert. Functioneel is bij de opzet van Flaine absoluut een kernwoord geweest.

pic 2Je houdt ervan of je vindt het afgrijselijk. Maar wat werkelijk ‘uniek’ is (een woord dat je maar hoogst zelden mag gebruiken) zijn de kunstwerken langs de piste van Picasso, Dubuffet en Vasarely. Deze bijzondere aankleding heeft Flaine vooral te danken aan de kunstliefhebster Sylvie Boissonnas. Picasso heeft hier uitgepakt met zijn Tête de Femme (een 12 meter hoge sculptuur), Dubuffet heeft z’n sporen nagelaten met een indrukwekkend, bijna 10 meter hoog, ‘bos’ bestaande uit zeven fantasiebomen en Vasarely fleurt het dorp op met drie op elkaar staande kleurige zeshoeken – dit kunstwerk steekt ruim vijf meter boven de sneeuw uit.

Route de Joux Plane

Grand Massif 11
Vanavond gaan we met andere toeristen uit Samoëns sneeuwschoenwandelen met als ‘worst’ voor onze inspanningen: kaasfondue in een voormalige smokkelhut. Zwitserland is hier niet ver vandaan. De Zwitsers hadden tabak, de Fransen ham. Het is al donker als we met de auto de Joux Plane oprijden. Tijdens de Tour de France doen de wielrenners dat ook. Wij parkeren de auto en doen onze raquettes aan. Van onze gids Hervé krijgen we een hoofdlamp. We stappen rustig achter hem aan. Op de hellingen is het uitkijken geblazen. Je slipt zo weg. Na 20 minuten vindt Hervé dat de weerkaatsing van het sterrenlicht op de sneeuw voldoende zicht geeft om de hoofdlampen uit te doen. Dat geeft aan de wandeling toch een andere sensatie. Na een uur wandelen bereiken we de berghut. Volkomen ingepakt met een dik laag sneeuw. Eigenaar François heeft zelfs een tunnel moeten graven naar de ingang. In de hut staat slechts één grote ronde tafel met in het midden een reuze pan met kaasfondue. Met z’n tienen doen we daar onze, met brood gewapende, fonduevorken in. Hervé verrast ons nog met Viperine, een zeer lokaal digestief. Genoemd naar een addertje, vipère, die je veel in de bergen tegenkomt.

Diots
Diots bij Rolande

De volgende morgen neem ik weer de Route de Joux Plane, maar rij nu door naar de col waar ’s winters het langlaufcentrum is op 1700 m. Met loipes tot 1770 meter. Een uitstekend alternatief voor langlaufers wanneer er onvoldoende sneeuw ligt in de Giffre vallei. Vanaf Samoëns is het 12 km rijden. Na de inspanningen strijkt bijna iedereen neer in het café-restaurant van moeder en dochter Rolande en Corinne. Het is de enige horeca gelegenheid op de col. Moeder Rolande baat het al uit sinds 1968. Ze is nu 77 jaar en doet in werkkracht niet onder voor haar dochter. Aan stoppen denkt ze niet. Daarvoor babbelt ze te graag met al haar klanten. Ongetwijfeld moet iemand ooit tegen haar gezegd hebben: “je hebt zoveel verhalen over je leven, je moet een boek schrijven”. Vervolgens heeft ze dat nog gedaan ook. Aanvankelijk was de gelegenheid zo klein dat er geen ruimte was voor een tap achter de bar. Die heeft ze toen maar, na weer een verbouwing, midden in het café-gedeelte geplaatst. Vanzelfsprekend enkel lokale gerechten hier. Wij kiezen voor de ‘diots’, een worstje, aangevuld met aardappelen en spekjes.

Afghan walking

lift1Sneeuwschoenwandelen kenden we al. Dat aanbod is in Samoëns nog eens uitgebreid met ‘Afghan walking’. Claire biedt dat aan. Ze legt uit dat een zekere Edward Stiegler daar de geestelijke vader van is. Voor zijn werk was deze econoom in Afghanistan en hij verbaasde zich erover dat de Maldars, een nomadengroep, op grote hoogte dagen achtereen enorme afstanden aflegden in een relatief korte tijd. Vaak met een gemiddeld wandeltempo van boven de 6 km per uur. Dat kon niet alleen op training gebaseerd zijn, zoals wij dat kennen, dacht hij. Hij ontdekte dat de leden van deze groep op een natuurlijke manier zich heel bewust concentreerden op hun ademhaling. Op een yoga-achtige wijze. En dat probeert Claire ons nu ook te leren langs de besneeuwde oevers van de Giffre. Om te beginnen moeten we enkel ademhalen door onze neus. Dat is voor sommigen tijdens het wandelen al een hele opgave. Daarna moeten we tellen. Tijdens drie stappen inademen, één stap niet in- of uitademen, daarna heb je weer drie stappen om uit te ademen om vervolgens je ademhaling weer één stap te laten rusten. Dat is op het vlakke gedeelte. Als je omhoog of omlaag wandelt zijn er weer andere getallen waar je rekening mee moet houden. De bedoeling is natuurlijk dat het een automatisme wordt. Eén ding is wel meteen duidelijk: gezellig praten met je medelopers is er niet meer bij. Met beginners wandelt Claire graag langs de rivier. Daarna is het mogelijk om met haar een sneeuwschoenwandeling te maken in de bergen.

Voor meer info: www.nature-quintessence.fr
Brussel-Samoëns 847 km

Info: www.facebook.com/samoensofficiel